Aan de hand van casuïstiek en theorie wordt de meest voorkomende urologische problematiek in de dienst behandeld. Hierbij wordt per onderwerp kort ingegaan op de theorie. Ook komen de volgende vragen aan bod: Wat doen de triagist, huisarts en verpleegkundig specialist? wanneer wordt doorverwijzen naar de specialist, wat doet de specialist en welke meerwaarde heeft dat voor de patiënt?
Leerdoelen: