![]() |
Na onderlinge kennismaking deelnemers wordt de professionele en persoonlijke ervaring met palliatieve zorg geïnventariseerd. Met aandacht voor goede en minder goede ervaringen.
Het hoofdonderwerp is 'Begripsverduidelijking van de meest gebruikte terminologie binnen de palliatieve zorgverlening'. Dit vanuit het perspectief wat een triagist moet weten om tot juiste duiding van de situatie te komen, en daarbij passende urgentie en inzet.
Het format van de palliatieve overdracht wordt besproken aan de hand van drie (geanonimiseerde) praktijkvoorbeelden. Hierbij komen nadrukkelijk de punten aan bod die bepalend zijn voor de urgentie, de inzet en de aard van zorg (telefonisch/visite) met harde en zachte indicaties.
Er wordt tevens aandacht besteed aan de belangrijkste medicijnen die bij symptoomcontrole binnen de palliatieve fase worden ingezet en er wordt uitleg gegeven over het fenomeen 'kans op blow out' in de thuissituatie, en het daarbij passende protocol.
Tijdens de afsluiting wordt teruggegaan naar de items benoemd zijn tijdens de start van de workshop en wordt de vraag beantwoord: "Wat nemen we mee naar huis, en wat gaan we in ons werk anders doen?"