Zorgvragen omtrent benauwdheid en neurologie blijken kwetsbare onderwerpen in de praktijk welke soms lastig in te schatten zijn bij de triage.

• Welke mate van benauwdheid is toe te kennen binnen de triage?
• Wat is nog meer nodig om de mate en ernst vast te stellen?
• Wat zijn de valkuilen?
• CVA of duizeligheid? Signalen herkennen.
• Wat wil je nog meer weten?

Met behulp van casuïstiek worden tijdens de scholing uitkomsten geïnterpreteerd, beoordeeld en geadviseerd.

Leerdoelen

• Na afloop heeft de triasgist voldoende kennis opgedaan om de B (breathing) veilig / niet veilig te stellen.
• De triasgist heeft handvatten hoe de mate van benauwdheid te herkennen en hierop de juiste triage (ingangsklacht) aan te bieden.
• Na afloop heeft de triagist inzicht in de verschillende ziektebeelden van benauwdheid en de alarmsymptomen bij luchtwegproblemen.
• De triagist krijgt inzicht op de zorgvraag inzake (vormen van) duizeligheid en leert de signalen van neurologische uitval te herkennen.
• Na afloop heeft de triasgist kennis opgedaan rondom /herkennen van een CVA aan de telefoon.