![]() |
Informatie
In de huisartsenpraktijk zijn knieklachten na nek- en rugklachten de meest voorkomende klachten van het bewegingsapparaat. De incidentie van knieklachten is 34,1 per 1000 patiënten per jaar; dit zijn zowel de traumatische als niet-traumatische knieklachten. Een groot gedeelte hiervan zijn traumatische knieklachten. Een kniedistorsie bijvoorbeeld komt jaarlijks bij 4 tot 6 per 1000 patiënten voor en meniscusletsel/bandletsel bij 4 per 1000 patiënten.
Als huisarts wordt u dus regelmatig geconfronteerd met traumatische knieklachten. Het is belangrijk dat u patiënten met direct bedreigend letsel, dat medisch ingrijpen noodzakelijk maakt, verwijst. Voorbeelden hiervan zijn fracturen, vaat- en zenuwletsel of groot kapsel- en bandletsel. Onderzoek heeft aangetoond dat het direct bedreigende letsel na een knietrauma, meestal adequaat wordt uitgesloten door huisartsen.
De overige patiënten met traumatische knieklachten kunt u zelf begeleiden. Het is daarbij van wezenlijk belang dat u kennis heeft van anatomie, letselmechanismen, onderzoeksstrategieën en de gevolgen op weefselniveau en functieniveau. Omdat (diagnoses van) bandletsels in eerste instantie nogal eens gemist lijken te worden, waardoor de patiënt opnieuw een beroep doet op hulpverleners uit de eerste lijn, wordt in deze cursus ook het bandletsel uitgebreid behandeld.
Deze cursus bestaat uit een module en een eindtoets.
Leerdoelen
Na het volgen van deze cursus:
Inhoudsopgave
Module
Introductie
Inventarisatie
Verwijzen
Anatomie van de knie
Etiologie en klinische presentatie van acuut knieletsel
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij acuut knieletsel
Beeldvormende diagnostiek
Evaluatie
Literatuur
Eindtoets