Inleiding
Deze cursus bestaat uit twee delen. In dit eerste deel zal de basis worden besproken om antitrombotica goed te kunnen begrijpen. In detail wordt ingegaan op de normale fysiologie van het vormen van een stolsel oftewel de hemostase. Hierbij komen de verschillen tussen de primaire en secundaire hemostase aan bod, evenals de verschillende typen trombi. Vervolgens wordt de farmacologie van de verschillende antitrombotica in de eerste lijn besproken, waaronder de trombocytenaggregatieremmers, vitamine K-antagonisten, DOAC’s, en heparines.
In het tweede deel van de cursus zullen veelvoorkomende aandoeningen in de eerste en de tweede lijn worden besproken. Ook de zin en de onzin van veelvoorkomende combinaties komt daarbij aan bod.
De theorie wordt geïllustreerd aan de hand van casuïstiek, waarbij op basis van klinisch redeneren een behandelbeleid wordt bepaald.
Leerdoelen:
Na het doorlopen van deze cursus:
- kent u de wijze waarop veneuze (en arteriële) trombo-embolie ontstaat
- begrijpt u het verschil tussen de primaire en secundaire hemostase
- bent u bekend met enkele stollingsstoornissen
- bent u bekend met de trias van Virchow
- kent u het verschil tussen witte en rode trombi
- kent u de farmacologie van antitrombotica
- bent u globaal bekend met de indicaties voor de verschillende antitrombotica
- kunt u beredeneren in welk geval anticoagulantia nodig zijn en in welke gevallen trombocytenaggregatieremmers
Inhoudsopgave
- Hoe werkt de normale bloedstolling?
- Primaire hemostase
- Secundaire hemostase
- Antistolling
- Fibrinolyse: de afbraak van fibrine
- Pathologische bloedstolling: het optreden van trombose
- Veneuze en arteriële trombi
- Witte en rode trombi
- Oorzaken van trombose: triade van Virchow
- Farmacologie antitrombotica
- Trombocytenaggregatieremmers
- Anticoagulantia
- Indicaties voor antitrombotica
- Trombocytenaggregatieremmers
- Coumarines
- DOAC’s
- Heparines
- Afsluiting
- Literatuur
- Introductie deel 2
- Afronden