Door de toenemende patiëntenstroom binnen de huisartsenpraktijk is vaardig zijn in het triage gesprek een must have voor de doktersassistent anno nu.
Deze training bestaat uit drie bijeenkomsten:
De cursist kan na de eerste bijeenkomst:
- het verschil tussen urgentie gericht denken versus diagnostisch denken benoemen.
- de drie fases in het triagegesprek uitleggen.
- de eerste fase van het triagegesprek toepassen.
- een open oriëntatie herkennen en toepassen in de 1ste fase.
- het belang van een open oriëntatie uitleggen.
- op basis van de open oriëntatie een toestandsbeeld vormen.
Na de tweede bijeenkomst kan de cursist:
- de 1ste en 2de fase vh triagegesprek toepassen.
- op de juiste wijze de NTS-triagewijzer in zetten en gebruiken.
- de verschillende gesprekstechnieken toepassen, o.a. open en gesloten vragen stellen, regie in het gesprek nemen, aansluiten bij de patiënt.
- op basis van de inzet van het NTS-triagewijzer de juiste urgentie bepalen en een vervolgactie inzetten.
- de reden van haar overleg en vraagstellig duidelijk maken aan de huisarts.
Na de derde ijeenkomst kan de cursist:
- de 1ste, 2de en 3de fase van het triagegesprek toepassen.
- vervolgacties bij de urgentie inzetten.
- de verschillende soorten adviezen uitleggen en toepassen.
- het vangnet op een begrijpelijke wijze aan de patiënt uitleggen.
- toetsen of de patiënte akkoord/ begrepen heeft welke vervolgactie ingezet wordt en weet om te gaan wanneer dit niet het geval is.
- op een patiëntvriendelijke wijze het gesprek afronden.
- eigen valkuilen in lastige situaties herkennen en benoemen en hier professioneel meet om te gaan.