In Nederland bieden de centra voor seksuele gezondheid soa-zorg en seksualiteitshulpverlening aan diverse doelgroepen. Bij de triage wordt bepaald welke cliënten binnen de GGD terecht kunnen en welke naar de huisarts verwezen moeten worden.

In deze module leer je waarom dit onderscheid wordt gemaakt. Ook word je up-to-date gebracht over de ‘big five’ van belangrijkste soa in ons land, namelijk gonorroe, chlamydia, syfilis, hiv en hepatitis B.

Aan de hand van casuïstiek komen de verschillende stappen van de soa-triage aan bod en bespreken we de verwijzingsmogelijkheden. Met basis gespreksvaardigheden oefen je zelf in het voeren van een gestructureerd triagegesprek. Bij steeds meer GGD’en voeren doktersassistenten zelf een spreekuur. We staan daarom ook stil bij het opbouwen van een soa-consult. Natuurlijk is er ook aandacht voor het praten over seks en je eigen houding ten opzichte van seksualiteit. Ook bespreken we de knelpunten die je in het dagelijks werk kunt tegenkomen zoals cliënten met weerstand.

Na het volgen van deze tweedaagse module kun je:

• in grote lijnen de organisatie, financiering en doelstelling van de aanvullende seksuele gezondheidszorg in Nederland beschrijven.
• van de meest voorkomende soa de epidemiologie, symptomen, afnametechnieken, diagnostiek en behandeling benoemen.
• vanuit deze kennis in grote lijnen het nut en de noodzaak van triage op de poli seksuele gezondheid uitleggen.
• de verschillende stappen in het triagesysteem toepassen en op basis hiervan gericht doorverwijzen.
• handvatten voor het voeren van een gestructureerd triagegesprek toepassen.
• signaleren wanneer je eigen houding ten opzichte van seksualiteit een open onbevooroordeelde houding ten opzichte van de cliënt in de weg staat.